Rolex Sea-Dweller

De Sea-Dweller is met een waterdichtheid tot 1220 m (122 bar) een van de meest robuuste horloges van Rolex. Dankzij het heliumventiel is het duikhorloge ook geschikt voor professioneel saturatieduiken. De Sea-Dweller Deepsea is zelfs tot 3900 m (390 bar) waterdicht en met een doorsnede van 44 mm een van Rolex' grootste horloges. In 2017 werd ter ere van het 50-jarig jubileum de ref. 126600 gepresenteerd. Dit horloge heeft een diameter van 43 mm, een rood Sea-Dweller-opschrift en als eerste Sea-Dweller een cycloop-lens. Het opschrift van dit horloge bestaat uit een enkele regel. Daarom wordt dit referentienummer ook wel de 'Single Red' genoemd.

In 1967 werd de Sea-Dweller voorgesteld als vernieuwde versie van het 14 jaar eerder gepresenteerde duikhorloge Submariner. De eerste prototypes, nog van voor 1967, zijn tegenwoordig uiterst zeldzaam en felbegeerd onder verzamelaars. Daarom zijn ze vrij duur. Over het geheel gezien is de Rolex Sea-Dweller een klassiek duikhorloge met een eenzijdig draaibare lunette en oplichtende indexen en wijzers. De kasten van de huidige modellen bestaan uit edelstaal van het type 904L, dat meer nikkel en molybdeen bevat dan andere soorten. 904L-edelstaal staat in de metallurgie bekend als roestbestendig en taai.

Alle varianten van de Sea-Dweller hebben een datumvenster op 3 uur. In de standaarduitvoering hebben ze een edelstalen horlogeband, een zwarte eenzijdig draaibare lunette met witte markeringen en een zwarte wijzerplaat met punt- en streepindexen. Deze zijn, net zoals de wijzers, gevuld met een witte fluorescerende stof. De uurwijzer heeft een voor Rolex typerende cirkel met drie onderverdelingen – informeel ook 'Mercedes-wijzer' genoemd. In het donker lichten de wijzers en de indexen blauw op dankzij het materiaal Chromalight. Edelstaal is een ongebruikelijk materiaal voor de horlogeband van een duikhorloge, dit geldt ook voor het blauw oplichtende Chromalight. De meeste merken gebruiken het groenachtige Superluminova voor hun duikhorloges.

In 2008 loste de Deepsea de oorspronkelijke Sea-Dweller af. Op de wijzerplaat bleef echter het oude opschrift staan, vergezeld door het nieuwe 'Deepsea'. Continuïteit is tenslotte een van de belangrijkste principes van de filosofie van Rolex. Opvallend is de forse kast met een diameter van 44 mm. Voor de presentatie van de Deepsea bedroeg de diameter van een Sea-Dweller nog 40 mm. Ook qua duikdieptes maakt de Deepsea indruk. Het horloge is bestand tegen een druk van 390 bar , wat overeenkomt met een diepte van 3900 meter. Ter vergelijking: de meeste horloges voor sportduikers zijn waterdicht tot 200 meter.

Om een waterdichtheid van 3900 meter te bewerkstelligen, is een stevige constructie nodig. De kroon is geschroefd en driedubbel afgedicht, het gewelfde saffierglas 5 mm dik. Het deksel bestaat uit een titanium legering en is in de monoblock-behuizing geschroefd.

Het heliumventiel van de Rolex Sea-Dweller is een technische functie, die na een lange tijd onder water van pas komt. In duikstations ademen professionele duikers gedurende dagen of weken speciale lucht in die helium bevat. Hoe dicht een horlogekast ook mag zijn, de minuscule heliumatomen slagen erin binnen te dringen. De overdruk die in de behuizing ontstaat tijdens het stijgen, kan ervoor zorgen dat het horlogeglas breekt. Als oplossing vond Rolex het heliumventiel uit. In de Deepsea en de Sea-Dweller 4000 werkt dit automatisch, in enkele andere duikhorloges zoals de Seamaster Planet Ocean van Omega moet het heliumventiel met de hand worden bediend.

Het tweede deel van de naam Sea-Dweller 4000 verwijst naar de maximale diepte waartegen het horloge opgewassen is. Dat is 4000 voet, omgerekend 1220 meter. Ook dit horloge is daardoor geschikt voor dieptes waar normaal gezien alleen professionele duikers zich begeven – de doelgroep waarvoor de Sea-Dweller in de jaren 60 oorspronkelijk werd ontwikkeld.

Binnenin de meeste Sea-Dweller-modellen tikt het manufactuurkaliber 3135 met automatische opwinding. In de 'Single Red' uit 2017 met een diameter van 43 mm plaatst Rolex het kaliber 3235 met een gangreserve van 70 uur. Beide uurwerken beschikken over een automatische datumwissel met snelcorrectie. Om de tijd exact in te stellen, kan de centrale secondewijzer worden gestopt. Vanwege de hoge nauwkeurigheid heeft het uurwerk een certificaat van het officiële Zwitserse testinstituut voor chronometers (COSC).

Een andere overeenkomst is de uni-directionele lunette van keramiek. Doordat deze alleen naar links kan draaien, kan de duiktijd niet per ongeluk worden verlengd. De markeringen en de cijfers op de lunette hebben een coating van platina.

Het ontstaan van de Rolex Sea-Dweller is nauw verbonden met het bedrijf COMEX. De opkomst van offshore oliewinning creëerde nieuwe banen voor duikers, zoals het bouwen van boorplatformen of het aanleggen van pijpleidingen. Hiervoor moesten de duikers – en dus ook hun horloges – aanzienlijke dieptes trotseren.

De Compagnie Maritime d'Expertises (COMEX) is sinds 1961 gespecialiseerd in dergelijke onderzeese activiteiten. Rolex leverde de onderneming een Submariner (referentienummer 5513), die als eerste horloge ter wereld een heliumventiel had. Deze versie van de Submariner kunt u herkennen aan het COMEX-opschrift op de wijzerplaat. Vandaag de dag worden deze horloges verkocht voor meer dan 50 000 euro. Voor zeldzame prototypes van de Sea-Dweller, die waterdicht zijn tot 1500 meter, maar geen heliumventiel hebben, worden bedragen met vijf nullen gevraagd. Deze modellen werden ontwikkeld voor de duikers van de Amerikaanse marine.

In 1967 bracht Rolex de Sea-Dweller op de markt. Het horloge had een heliumventiel, was waterdicht tot 610 meter en voor iedereen verkrijgbaar. Deze combinatie was nieuw; het aantal geproduceerde exemplaren bleef echter redelijk beperkt. Het horloge is te vinden via het referentienummer 1665. Bij de eerste modellen staat de modelnaam in het rood op de wijzerplaat – een belangrijk kenmerk voor verzamelaars. Dit opschrift, bestaande uit een of twee zinnen, bleef behouden tot in 1977. De horloges kregen de gepaste bijnamen 'Single Red' en 'Double Red'.

Het jaar 1978 bracht veel veranderingen met zich mee, waarvan de overgang van een rood naar een wit opschrift op de wijzerplaat nog de kleinste was. Het uurwerk 3035 loste namelijk het kaliber 1575 af. De frequentie van de balans steeg van 19 800 a/h naar 28 800 a/h, wat de nauwkeurigheid ten goede kwam. Ook de maximale duikdiepte nam toe naar 1220 meter (4000 voet). De volgende grote aanpassing volgde pas in 2008 met de aflossing door de Deepsea. Zes jaar later maakte de Sea-Dweller zijn comeback met de toevoeging 4000.

Zowel de Deepsea als de Sea-Dweller 4000 zijn gebaseerd op de Submariner uit 1953. Nieuwere uitgaven van de Submariner zijn waterdicht tot 30 bar (300 meter) en geschikt voor de meeste onderwateractiviteiten. Dit horloge is daarom een goed alternatief uit eigen manufactuur. De Sea-Dweller 4000 en de Submariner hebben allebei een diameter van 40 mm en lijken op het eerste gezicht erg op elkaar. Het belangrijkste verschil qua design is dat de Submariner een datum met cycloop-lens heeft en de Sea-Dweller 4000 niet. Binnenin beide horloges tikt het kaliber 3135.

Rolex biedt een speciaal model van de Deepsea aan, waarvan de wijzerplaat van blauw in zwart overgaat. Het horloge met de zogenaamde D-blue-wijzerplaat is gewijd aan James Cameron. De Amerikaanse regisseur van de kaskraker Titanic daalde op 26 maart 2012 met een duikboot af in de Challengerdiepte, die zich op 10 908 meter onder de zeespiegel in de Marianentrog bevindt. De speciaal voor deze gelegenheid vervaardigde Rolex Deepsea Challenge werd daarbij aan de buitenkant van de onderzeeër bevestigd.