Omega Seamaster DeVille

In 1948 legde Omega met de eerste Seamaster het fundament voor de Seamaster-collectie, waar de Seamaster De Ville vanaf 1959 ook toe behoorde. Het design van dit horloge lijkt veel op de andere modellen, maar het verschil is dat de Seamaster De Ville een unishell-kast heeft. Bij dit type behuizing is het niet mogelijk de bodem te verwijderen. Reparaties of onderhoud kunnen alleen vanaf de bovenkant worden uitgevoerd. Ander nadeel is dat dit horloge niet zo goed beschermd is tegen binnendringend water. De Seamaster De Ville is maximaal tot 30 m (3 bar) waterdicht.

Omega plaatste het opschrift Seamaster De Ville vanaf ca. 1962 op de wijzerplaat. Daarvoor stond er alleen Seamaster. In 1967 werd het opschrift opnieuw aangepast. Sindsdien staat er alleen nog De Ville en is het een zelfstandige collectie, die tot op heden onderdeel uitmaakt van het portfolio van de horlogefabrikant uit Biel.

Zoals de meeste horloges uit dezelfde periode valt de Seamaster De Ville - voor huidige begrippen - vrij klein uit. De kast heeft een bescheiden diameter van 34 mm en bestaat uit edelstaal of goud. Het horloge heeft smalle streepindexen, die op de wijzerplaat zijn geplaatst. In combinatie met de ranke wijzers maakt dit een elegante en opgeruimde indruk. Dit model is zowel met als zonder datumvenster te verkrijgen. Indien het horloge een datumaanduiding heeft, dan bevindt die zich op 3 uur.

Omega heeft het horloge zowel met automatische als opwindkalibers geproduceerd. Plexiglas zorgt in alle gevallen voor de bescherming van het uurwerk en de tijdsaanduiding.

In de ongeveer 10 jaar tijd waarin het horloge werd geproduceerd, bracht Omega tal van verschillende varianten op de markt. Ze onderscheiden zich hoofdzakelijk door het uurwerk dat binnenin tikt, maar het design van de wijzerplaten verschilt ook regelmatig. Meestal bestaan de uurindexen uit smalle streepjes. Bij een aantal versies zijn de indexen op 3, 6, 9 en 12 uur driehoekig, zoals bij de originele Seamaster. Andere uitvoeringen hebben cijfers in plaats van streepjes.

De modellen uit de jaren 60 met een opwindkaliber zijn het voordeligst. Een edelstalen Seamaster De Ville zonder datumaanduiding met het referentienummer 14750 koopt u in goede staat vanaf ca. 680 euro. Het met de hand opwindbare uurwerk van dit horloge is het kaliber 610. Een exemplaar met het kaliber 610 met datumaanduiding en referentienummer 14775 kost ongeveer 770 euro.

Een automatisch horloge hoeft niet veel duurder te zijn. De datumloze ref. 165.0020 met binnenin het automatische kaliber 552 wordt voor ongeveer 860 euro aangeboden. De automatische uitvoering van de Seamaster De Ville met datumaanduiding kan een stuk duurder zijn. Zo betaalt u meer dan 1.500 euro voor het edelstalen horloge met het referentienummer 14910, waar binnenin het kaliber 562 tikt.

Omega presenteerde de Seamaster in 1948. Het design van het horloge was grotendeels gebaseerd op dat van de tijdmeters die Omega in de Tweede Wereldoorlog aan de Britse strijdkrachten leverde. Ze waren robuust, eenvoudig af te lezen en goed beschermd tegen binnendringend water. Uit deze oerversie ontwikkelde zich al snel een volledige horlogecollectie, die tot op heden groeit.

Klassiekers als de Seamaster 300, de Railmaster, de Ploprof en de Bullhead behoren tot de collectie, net zoals de nieuwere Planet Ocean, Diver 300 M en de Aqua Terra. Ook de De Ville-collectie vindt haar oorsprong in de Seamaster-serie. In de jaren 60 droeg het horloge nog de naam Seamaster De Ville, totdat Omega besloot een eigen serie te wijden aan de De Ville.